Normal_non-smoking__rookverbod__anti-roken__roken_verboden__hek__bord__grijze_lucht

Ouders en buren erbij betrekken, draagvlak creëren, één lijn trekken en vooral scherp blijven. Dat zijn de succesfactoren in de af te leggen weg naar een honderd procent rookvrije school, volgens Makt Nijenmanting, directeur van het Zone.college in Enschede en Zwolle. Zijn mbo-instelling sloeg deze weg in 2016 in en is klaar voor de wetgeving die in 2020 van kracht wordt. Maar continue scherpte en consequente handhaving blijven essentieel. “Als de aandacht ook maar even verslapt, neemt het aantal incidenten direct toe”, zegt Nijenmanting uit ervaring.

Na de zomervakantie van 2020 ben je in overtreding als je op een Nederlands schoolplein een sigaretje opsteekt. Dat geldt voor leraren, leerlingen én ouders. Wetgeving dwingt scholen een algemeen rookverbod op te nemen in hun huisregels. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor de handhaving. Michael Rutgers, directeur van het Longfonds, beschouwt de wetgeving als overwinning voor Rookvrije Generatie, de lobby-coalitie waarin naast het Longfonds de Hartstichting en KWF Kankerbestrijding zijn vertegenwoordigd. Mark Nijenmanting, directeur van het Zone.college in Enschede en Zwolle, vindt het eigenlijk ‘van de gekke’ dat wetgeving nodig is. Op zijn scholen is roken al taboe. Sommige leerlingen en leerkrachten hebben het daar knap moeilijk mee, maar Nijenmanting doet geen concessies.
 
Een rookverbod op locaties met veel kinderen behoort strikt normaal te zijn, vindt Michael Rutgers van het Longfonds. Zeven op de tien Nederlanders is het met hem eens, bleek onlangs uit onderzoek van KWF Kankerbestrijding, een van de initiatiefnemers van Rookvrije Generatie. Rutgers noemt deze uitkomst ‘bemoedigend’. Hij zegt: “De bewustwording neemt toe, maar we zijn er nog lang niet. De verslaving aan tabak is weerbarstig.”
 
Dit blijkt ook uit de cijfers die Rookvrije Generatie op haar website bijhoudt. Nog steeds raken wekelijks honderden kinderen verslaafd aan roken. Van de mensen die beginnen met roken, overlijdt de helft aan de gevolgen ervan. Het 60-jarige Longfonds, met 210.000 leden een van de grootste patiëntenorganisaties van Nederland, ziet de ellende dagelijks langskomen en voert consequent strijd tegen het roken. “Niet agressief maar vriendelijk, we zijn niet van de rookpolitie.” Met het actie-initiatief Rookvrije Generatie als meest succesvolle vehikel.
 

‘Roken is helemaal geen vrije keuze’

Michael Rutgers: “Toen we in 2015 met Rookvrije Generatie begonnen, vond nog maar 23 procent van de Nederlanders dat roken niet samengaat met plekken waar veel kinderen komen. Roken in de buitenruimte werd geassocieerd met liberaal beleid, met het recht op een vrije keuze. Maar roken ís helemaal geen vrije keuze. Het is een verslaving. Na veel lobbywerk en campagne voeren vindt er eindelijk een kentering plaats. Daar zijn we trots op. Het wettelijke rookverbod op schoolpleinen is wéér een stap in de goede richting. Overigens beseffen we dat er voor veel scholen nog een enorme uitdaging ligt.”
 
Nog lang niet alle scholen zijn volledig rookvrij. Het basisonderwijs loopt voorop. Daar mag 80 procent het predicaat ‘Gezonde School’ dragen (voorheen ‘Rookvrije School’). In het voortgezet onderwijs ligt het huidige percentage op 62 procent. Het vmbo/mbo is hekkensluiter. Daar valt in de aanloop naar het wettelijke rookverbod voor scholen, dat officieel op 1 augustus 2020 van kracht wordt, nog veel werk te verzetten. Slechts 14 procent van het vmbo/mbo-onderwijs is rookvrij. Daar is de praktijk het meest weerbarstig.
 

Mark Nijenmanting, directeur Zone.college: ‘Deze zomer verliezen ook docenten en medewerkers hun recht op een rookruimte’

Mark Nijenmanting kan daarover meepraten. Als directeur van het Zone.college in Enschede en Zwolle is hij verantwoordelijk voor circa 1.450 leerlingen van 12 tot 17 jaar en circa 195 docenten/medewerkers. Deze laatste groep beschikt nog steeds over een eigen rookzone, wat de directeur een doorn in het oog is. Hij is voorstander van het principe ‘gelijke monniken, gelijke kappen’, maar het recht op roken was goed dichtgetimmerd. Dit jaar valt definitief het doek voor de verstokte rokers van de ‘groene school’. 
 
“Dat docenten en medewerkers nog in een speciale zone op het schoolterrein mogen roken, is niet verkoopbaar”, zegt Mark Nijenmanting. “Niet aan de kinderen, maar vooral niet aan de ouders die we nauw betrekken bij onze ambitie om de school volledig rookvrij te maken. Je moet één lijn trekken. We bieden docenten en medewerkers ondersteuning op maat bij hun verslavingsproblematiek, maar na 1 augustus dit jaar doen we geen concessies meer. Dan is het Zone.college honderd procent rookvrij.”
 

‘Gewoon doorzetten, ondanks de weerstand’

Het Zone.college zette het traject naar een volledig rookvrije schoolomgeving in 2016 in. Nijenmanting: “We leiden jongeren op voor vakken in de groensector. Dat associeer je met natuur, dieren, duurzaamheid en gezondheid. Daar hoort een anti-rookbeleid bij. Maar dat vond lang niet iedereen, toen we onze plannen bekendmaakten. Kinderen zijn niet primair bezig met hun gezondheid. Die vinden andere dingen belangrijker. Rokende docenten en medewerkers hechten sterk aan hun recht op een sigaretje en een eigen rookplek. Ondanks de weerstand hebben we doorgezet. Het rookverbod op het schoolplein is een feit en daar handhaven we streng op.”
 
Leerlingen die nog geen 18 zijn (het Zone.college heeft ook een mbo-deel waar andere regels voor gelden) mogen onder schooltijd niet van het schoolterrein af. Die regel is ingevoerd om overlast bij de buren te vermijden. De scholen liggen namelijk tegen een woonwijk aan. De omwonenden zijn goed geïnformeerd, want er zijn altijd leerlingen die een gaatje weten te vinden om toch aan het rookvrije regime te ontsnappen. Worden ze in de kraag gevat, dan hebben ze een probleem. Er staan traditionele ‘schoolstraffen’ op, zoals een uur nablijven en de conciërge assisteren bij schoonmaakwerkzaamheden. Bij herhaling volgen sancties waar de ouders bij betrokken worden. Van de ultieme sanctie, schorsing of definitieve verwijdering, hoefde de schoolleiding nog geen gebruik te maken.
 
“Gelukkig niet”, zegt Mark Nijenmanting. “Ik zou dat ervaren als persoonlijke nederlaag. Wel hebben we in overleg met de ouders voor een aantal leerlingen contacten gelegd met de regionale verslavingszorg, waar we nauw mee samenwerken. Dat leidt vrijwel altijd tot een positief resultaat, waar jongeren écht iets aan hebben. Niet alleen nu, maar ook voor hun verdere toekomst.”
 

‘Een proces dat vooral een lange adem vereist’

Nijenmanting weet dat er tal van online hulpmiddelen beschikbaar zijn; bijvoorbeeld op rookvrijschoolplein.nl, een initiatief van het Trimbos Instituut dat van harte ondersteund wordt door Rookvrije Generatie, maar hij kan zich niet herinneren daar intensief gebruik van te hebben gemaakt. Hij zegt: “Het is in feite een simpel verhaal. Je neemt het besluit om er een punt achter te zetten en daar voer je strak beleid op, met inbegrip van de handhaving. Wij hebben er een gezamenlijk belang van gemaakt door de ouders er direct bij te betrekken. Die heb je snel mee, want die zien hun kinderen ook liever opgroeien in een rookvrije omgeving. Ook hebben we de verslavingszorg er direct bij betrokken, zodat we zowel leerlingen als docenten en medewerkers professionele ondersteuning kunnen bieden.”
 
“Mijn belangrijkste advies aan scholen die de weg nog moeten bewandelen? Wees vanaf het allereerste moment consequent, organiseer de handhaving op een effectieve manier en blijf focussen op de doelstellingen en regels. Het is een proces dat vooral een lange adem vereist. Discipline is essentieel om je verantwoordelijkheid als school om kinderen een gezonde, veilige en rookvrije omgeving te bieden manifest te houden. Zodra de aandacht verslapt, is onze ervaring, neemt het aantal incidenten direct toe. Wij blijven waakzaam en wij blijven werken aan de bewustwording, met speciale lessen en projecten, met individuele voorlichting. Dat dit nu bij wetgeving wordt geregeld is natuurlijk goed, maar eigenlijk moeten we ons als opvoedkundigen schamen dat we dit niet allang voor elkaar hebben.”
 
© Nationale Onderwijsgids / Ton Hilderink