De scholieren van zeventien Amsterdamse basisscholen leerden over kolonialisme, slavernij en de afschaffing in 1863. Ze bespraken hoe tot slaaf gemaakt werden en werden mishandeld, verkocht en soms vermoord. Ook ontdekten ze dat op sommige slavenschepen wel 900 mensen tegelijk zaten.

Veerkracht

Het programma draait niet alleen om pijnlijke geschiedenis. Centraal stond dit jaar het thema ‘veerkracht’. Volgens Kofi Ogún van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) gaat Keti Koti óók over doorzetten, zelfvertrouwen en toekomst. Het lesprogramma is ook een initiatief van de organisatie. Alleen Amsterdamse scholen deden nu mee, maar uitbreiding naar de rest van het land ligt op tafel. Ook de Tweede Kamer pleit voor meer aandacht voor het slavernijverleden in het onderwijs.

Mythische vogels

Tijdens Keti Koti Junior deden leerlingen onder begeleiding van kunstenaars creatieve opdrachten, zoals het maken kijkdozen en lapjesdekens. Daarmee gaven ze hun eigen betekenis aan het verleden. De West-Afrikaanse sankofa-vogel werd door enkele leerlingen omhoog gehouden. Sankofa’s zijn mythische vogels die symbool staan voor reflectie op je afkomst en inzicht om weer vooruit te kunnen.

Vrije dag

Met de opgedane kennis vinden leerlingen dat 1 juli eigenlijk een officiële vrije dag moet zijn. Ze moeten vandaag gewoon naar school, maar misschien is dat in de toekomst wel anders. Wel is er vandaag een nationale herdenking in het Oosterpark in Amsterdam. Oorspronkelijk zou deze om 14.00 uur beginnen, maar vanwege de hitte ging de herdenking al om 12.15 uur van start. Ook zijn er extra zitplaatsen en schaduwplekken geregeld. Bezoekers krijgen ook water uitgedeeld.

Op steeds meer plekken in het land zijn er herdenkingen: Venlo had dit weekend haar allereerste officiële herdenking van het slavernijverleden ooit.

Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky